Technische informatie

Liftenbesluit of Machinerichtlijnen

Liften zijn onder te verdelen in twee categorieën: degenen die voldoen aan het Liftenbesluit en liften die voldoen aan de Machinerichtlijnen. Het verschil zit o.a. in de snelheid, de wettelijke verplichting voor keuring en onderhoud en bouwkundige eisen.

Liften die voldoen aan het Liftenbesluit moeten vóór ingebruikname en tijdens de volledige levensduur iedere 18 maanden geïnspecteerd worden door een onafhankelijk keuringsinstituut.

Liften die voldoen aan de Machinerichtlijnen worden bij oplevering gecertificeerd door de fabrikant en leverancier c.q.  gecertificeerd liftinstallateur.  Er is geen terugkerende keuringsverplichting. Wel bestaan er richtlijnen voor het onderhoud om de veiligheid van gebruikers te garanderen. Liften die onder de Machinerichtlijnen vallen, hebben een snelheid van maximaal 0,15 meter per seconde en beschikken in de meeste gevallen over vasthoudbesturing.

Veel voorkomende soorten liften

Tractielift (ook wel ‘elektrische lift’ genoemd)

Bij tractieliften hangen de liftkooi en het tegengewicht aan stalen hijskabels of -banden die lopen door groeven van de tractieschijf. De tractieschijf wordt aangedreven door een elektromotor. Dit type lift wordt voornamelijk gebruikt voor het overbruggen van meer dan 4 verdiepingen (hoogbouw) en veelal vallen deze onder het Liftenbesluit.

Tractieliften uitgevoerd onder de Machinerichtlijnen zijn meestal minder energiezuinig, minder stil en duurder in onderhoud dan hydraulische liften.

Hydraulische lift

Bij een hydraulische lift drijft een elektromotor een hydraulische pomp aan die olie pompt in de cilinder. Door de druk zal de cilinder de liftkooi omhoog duwen en bij het dalen wordt de olie door het gewicht van de cabine terug het reservoir in geperst. Bij de neerwaartse beweging wordt nauwelijks energie verbruikt. Een hydraulische aandrijving is zeer geschikt voor hoogtes tot zo’n vijf á zes verdiepingen. Een hydraulische lift kan zowel onder het Liftenbesluit als onder de Machinerichtlijnen worden uitgevoerd, afhankelijk van de technische eisen.

Spindellift

De liftaandrijving van een spindellift bestaat uit een schroefdraad (spindel) die van boven naar beneden door de volledige liftschacht loopt. Een elektrisch aangedreven moer zorgt voor de verplaatsing van het liftplatform. Dit type aandrijving valt onder de Machinerichtlijnen en is vooral geschikt voor hoogteverschillen tot 4 verdiepingen. Deze lifttechniek is relatief goedkoop in aanschaf, maar is vaak niet zo energiezuinig en heeft hogere onderhoudskosten.

Kettinglift / Tandriemlift

Bij een kettinglift drijft de elektromotor een ketting aan die is gespannen tussen twee tandwielen. Twee veren bij de aanhechtpunten van het platform/cabine houden de ketting op de juiste spanning. Kettingliften zijn heel flexibel wat platform-afmeting betreft en zijn zeer geschikt voor uitdagende projecten. Een tandriemlift gebruikt dezelfde techniek, echter dan met een tandriem in plaats van een ketting. Beide liften vallen onder de Machinerichtlijnen en worden vooral ingezet voor het overbruggen van hoogteverschillen tot 4 verdiepingen.

lift20
lift22
lift21